1. Voorwerp van de vorderingen
De vordering van eisers strekt ertoe om deze ontvankelijk en gegrond te verklaren, en:
In hoofdorde:
te zeggen voor recht dat de omzetting van het huwelijk in een geregistreerd partnerschap en vervolgens de ontbinding van dit geregistreerd partnerschap in Nederland in december 2001 en januari 2002 tussen eisers als echtscheiding gekwalificeerd dient te worden, als echtscheiding onder het toepassingsgebied van Verordening 1349/2000 valt, en als echtscheiding door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Lier en door de stad Lier erkend moet worden; [...]
2. Feitelijke en procedurele voorgaanden
De heer S., van Japanse nationaliteit, en mevrouw V.T., van Nederlandse nationaliteit, zijn op 28 april 1995 gehuwd te R (Nederland) (stuk 3 bundel eisers).
In de akte van 24 april 1995 betreffende de huwelijkse voorwaarden opgesteld door notaris S. met standplaats te H. (Nederland), wordt vermeld dat t.a.v. het tussen hen geldende huwelijksgoederenrecht het Nederlandse recht van toepassing is (stuk 4 bundel eisers); zij woonden alsdan ook in Nederland (H.).
Vanaf september 1995 verhuisden eisers naar E. (België), [...]
In april 2000 nam mevrouw V.T. haar intrek bij haar nieuwe partner, mevrouw L. te L. [...](stuk 6 bundel eisers). Beide partijen zouden in Nederland werkzaam gebleven zijn; mevrouw V.T. tot april 2003, terwijl de heer S. nog steeds een bedrijf heeft in Nederland.
Volgens eisers wilden zij in december 2001 hun huwelijk beëindigen, en zij gingen om advies vragen bij de Nederlandse notaris S., deze laatste zou hen aangeraden hebben om eerst het huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap, om het vervolgens te ontbinden. Deze procedure is sinds 1 april 2001 van kracht en wordt omschreven in de art. 77a en 80c van het Nederlandse Burgerlijk Wetboek, boek 1 (B.W. 81).
Eisers hebben hun huwelijk in Nederland omgezet in een geregistreerd partnerschap (stukken 8 en 16 bundel eisers). De omzettingsakte werd op 4 december 2001 ingeschreven in de registers van geregistreerde partnerschappen te 's-Gravenhage (Nederland). Dit geregistreerd partnerschap werd door hen beiden notarieel beëindigd bij akte van 21 december 2001 (stukken 11 en 12 bundel eisers). De verklaring ter beëindiging van het geregistreerd partnerschap werd op 18 januari 2002 overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage (stukken 1516 bundel eisers).
De testamenten die eisers hadden laten opmaken door notaris S. werden herroepen.
Toen mevrouw V.T., die op 26 augustus 2004 moeder is geworden van een dochter na kunstmatige inseminatie (zie stuk 21 bundel eisers), aangifte wou doen van de geboorte van haar kind, vernam zij dat zij voor de Belgische instanties nog steeds als echtgenote van de heer S. wordt beschouwd, reden waarom haar dochter ook diens achternaam kreeg.
In Japan wordt de flitsscheiding wel erkend (stuk 29 bundel eisers).
Volgens het Openbaar Ministerie (zie schrijven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de stad Lier van 19 augustus 2004 – stuk 22; schrijven van 21 september 2004 en van 25 november 2004 aan de raadslieden van eisers stukken 26 en 28 bundel eisers) kan de Nederlandse flitsscheiding niet gelijk gesteld worden met een echtscheiding, en kan deze ook niet erkend en ingeschreven worden in het rijksregister, wanneer blijkt dat betrokkenen op het ogenblik van de beëindiging van het geregistreerd partnerschap nauwelijks nog banden met Nederland onderhielden en er een effectieve duurzame band met België bestond.
De vordering strekt er thans toe om te zeggen voor recht dat ook in België de flitsscheiding dient erkend te worden als een echtscheiding. [...]
3. Ontvankelijkheid
Krachtens art. 125, 1ste lid van de Nieuwe Gemeentewet en art. 4 van het K.B. van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister is het college van burgemeester en schepenen belast met het houden van de registers van de burgerlijke stand.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft de wettelijke opdracht als openbaar ambtenaar authenticiteit te verlenen aan de akten die hij ontvangt en opstelt binnen de wettelijk bepaalde grenzen en met inachtneming van de vastgestelde vormvoorschriften (G. Baeteman, Overzicht van het personen- en gezinsrecht, Kluwer, Deurne, 1992, pag. 193, nr. 331). Tot zijn bevoegdheid ratione materiae behoort o.m. het opmaken van de akten van de burgerlijke stand en het verlenen van authenticiteit aan die akten (Ibid., pag. 194, nr. 332).
art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand beambten van het gemeentebestuur kan machtigen tot:
1° het afgeven van uittreksels uit of afschriften van andere akten dan die van de burgerlijke stand;
2° het afgeven van uittreksels uit de bevolkingsregisters en van getuigschriften die geheel of ten dele aan de hand van die registers zijn opgemaakt.
Vermits zowel het college van burgemeester en schepenen, als de ambtenaar van de burgerlijke stand een rol spelen inzake de bewaring en de afgifte van de akten van de burgerlijke stand, is de vordering jegens beiden ontvankelijk.
4. Beoordeling
4.1. De flitsscheiding naar Nederlands recht
Sinds 1 april 2001 is het volgens het Nederlands B.W., meer bepaald de art. 77a en 80c van het Nederlands B.W., Boek l, mogelijk om zonder tussenkomst van een rechterlijke instantie een huwelijk te beëindigen (zie stuk 17 bundel eisers: consulaire verklaring inzake ontbinding huwelijk).
Het huwelijk wordt daarbij eerst omgezet in een geregistreerd partnerschap, waarna vervolgens het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden beëindigd kan worden mits de overeenkomst tot beëindiging van het partnerschap onder toezicht van een notaris of advocaat wordt gesloten. [...]
4.2. Inzake de toepasselijkheid van de Brussel II-Verordening 1347/2000 van 29 mei 2002 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid voor gemeenschappelijke kinderen, en van de Brussel II bis-Verordening 2201/2003 van 27 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid en tot intrekking van de verordening nr. 1347/2000
Voornoemde Verordeningen zijn resp. van toepassing op vorderingen ingesteld vanaf 1 maart 2001 (dagvaarding d.d. 9 februari 2005 lastens de ambtenaar van de burgerlijke stand) en vanaf 1 maart 2005 (dagvaarding d.d. 31 mei 2005 lastens de stad Lier).
Het toepassingsgebied van de verordeningen betreft:
– volgens Verordening 1347/2000: burgerlijke rechtsvordering tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk (art. 1), waarbij Verordening 1347/2000 voorziet in de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen, d.w.z. een door een rechter van een lidstaat uitgesproken echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk (art. 13.1) en waarbij authentieke akten onder dezelfde voorwaarden erkend en uitvoerbaar worden verklaard als de in art. 13.1 bedoelde beslissingen (art. 13.3);
– volgens Verordening 2201/2003: burgerlijke zaken betreffende echtscheiding, scheiding van tafel en bed en nietigverklaring van het huwelijk.
In de Brussel II bis-Verordening is ook sprake van erkenning en tenuitvoerlegging van authentieke akten (zie art. 46).
De vraag rijst derhalve of de procedure die eisers doorlopen hebben bij notaris S. beschouwd kan worden als een echtscheiding.
Hoger werd reeds aangestipt dat deze procedure bestaat uit twee luiken;
– enerzijds de omzetting van het huwelijk in een geregistreerd partnerschap;
– anderzijds de ontbinding van het geregistreerd partnerschap.
Beide handelingen worden in een afzonderlijke authentieke akte neergeschreven, zodat zij bezwaarlijk als een geheel beschouwd kunnen worden.
De omzetting van het huwelijk van eisers in een geregistreerd partnerschap kan niet beschouwd worden als een echtscheiding, vermits art. 149b van het Nederlands Burgerlijk Wetboek bepaalt dat het huwelijk eindigt "door vermissing van één der echtgenoten en een daarop gevolgd nieuw huwelijk of een daarop gevolgde registratie van een partnerschap van de andere echtgenoot, overeenkomstig de bepalingen van de tweede afdeling van de achttiende titel van dit boek". Voornoemd art. 149 maakt geen gewag van de omzetting van het huwelijk in een geregistreerd partnerschap.
Ook de tweede fase, namelijk de ontbinding van het geregistreerd partnerschap kan niet beschouwd worden als een echtscheiding, vermits de noodzakelijke voorwaarde voor een echtscheiding immers een rechtsgeldig afgesloten huwelijk is; een geregistreerd partnerschap kan duidelijk niet gelijkgeschakeld worden met een huwelijk doch is een sui generis figuur.
Bijgevolg zijn de Verordeningen 1347/2000 en 2201/2003 niet van toepassing op onderhavige betwisting.
4.3. De erkenning van de authentieke akten in België
1. Eisers beogen de erkenning van de authentieke akten opgesteld door notaris S., vermits zij ernaar streven dat aan de akten dezelfde werking wordt verleend in België als in Nederland, en dat deze akten ook in België rechtskracht zouden hebben.
2. Het verdrag tussen België en Nederland betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, betreffende het faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten, ondertekend te Brussel op 28 maart 1925 bepaalt niets over de erkenning, doch handelt enkel over de uitvoerbaarverklaring van authentieke akten.
Bij gebreke aan een Europese regelgeving, dient men de mogelijkheid van erkenning te toetsen aan de principes van het Belgisch recht.
3. Vermits de akten werden opgesteld vóór de inwerkingtreding (op 1 oktober 2004) van de Wet van 16 juli 2004 houdende het Wetboek van Internationaal Privaatrecht (zie art. 126 § 2, 1° W. IPR) geldt de Wet van 16 juli 2004 in principe niet, en dient te worden onderzocht of de door eisers gevolgde procedure en de erkenning van de authentieke akten niet indruisen tegen de Belgische internationale openbare orde, en of er in casu sprake is van ontduiking van dwingende wetsbepalingen (zie ook art. 27 W. IPR; zie voor wat betreft de uitvoerbaarverklaring van buitenlandse vonnissen art. 570 van het Ger. W.).
Er dient wel op gewezen te worden dat, indien de akten volgens de oude regeling niet erkend kunnen worden, maar volgens de nieuwe regeling wel, in dat geval de Wet van 16 juli 2004 geldt (zie art. 126 § 2, 2 van W. IPR: "een beslissing of akte die voor de inwerkingtreding van deze wet tot stand is gekomen, kan echter gevolgen hebben in België indien zij aan de voorwaarden van deze wet voldoet").
4. Eisers hebben te goeder trouw gehandeld door voor de beëindiging van hun huwelijk dezelfde notaris te consulteren en in te schakelen als deze waarop zij een beroep deden voor het opstellen van hun huwelijkscontract (naar Nederlands recht), en voor het opstellen van hun testamenten.
Vermits zij gehuwd zijn in Nederland volgens het Nederlandse huwelijksvermogensrecht, mevrouw V.T. de Nederlandse nationaliteit had, en zij beiden op het ogenblik dat zij het huwelijk wensten te beëindigen (omstreeks december 2001) in Nederland professioneel actief waren, hadden zij op dat ogenblik nog voldoende banden met Nederland, zodat men niet kan stellen dat de keuze voor een Nederlandse notaris onlogisch of door het motief van wetsontduiking ingegeven zou zijn.
De procedure vergde eveneens een financiële uitgave (stuk 14 bundel eisers), zodat de keuze van eisers voor de Nederlandse procedure alleszins niet louter door financiële motieven was geïnspireerd.
Bovendien kan men ook niet stellen dat eisers voor deze procedure opteerden zonder de gevolgen ervan te willen naleven; in hoofde van beide eisers was er de intentie om het huwelijk te beëindigen, zowel materieel als moreel. Niet alleen leefden zij feitelijk gescheiden en had mevrouw V.T. inmiddels een relatie met een nieuwe partner aangeknoopt, ook de herroeping van de testamenten toont ondubbelzinnig de wil aan van eisers om alle banden met elkaar te verbreken.
De door eisers gevolgde procedure en de erkenning van de authentieke akten druist derhalve niet in tegen de Belgische internationale openbare orde, de echtgenoten hadden nog voldoende banden met Nederland om de Nederlandse procedure te volgen (zie hoger), en de concrete gevolgen van de erkenning zijn niet werkelijk onduldbaar in België.
Ook de Japanse Staat erkent de akten opgesteld door notaris S. en beschouwt de heer S. en mevrouw V.T. als gescheiden.
Vermits er geen bewijs wordt geleverd van wetsontduiking, en nu de inhoud van de akten niet indruist tegen de Belgische internationale openbare orde, dienen de akten (namelijk de akten opgesteld door notaris S. tot omzetting van het huwelijk in een geregistreerd partnerschap en de akte van beëindiging geregistreerd partnerschap d.d. 21 december 2001, ingeschreven op 18 januari 2002 in de registers van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage, en de akte van omzetting van het huwelijk in een partnerschapsregistratie opgemaakt te 's-Gravenhage op 4 december 2001 door de ambtenaar van de burgerlijke stand) en de erin omschreven procedure die door de heer S. en mevrouw V.T. in Nederland werd doorlopen, te worden erkend door de stad L. en haar ambtenaar van de burgerlijke stand.
Conform het verslag van de eerste themavergadering van het overlegplatform Ambtenaren Burgerlijke Stand – Procureur des Konings d.d. 13 februari 2004 impliceert dit dat de heer S. en mevrouw V.T. sinds 2001 vrij waren van huwelijksbanden. [...]
Om deze redenen,
de rechtbank, [...]
Verklaart de vordering ontvankelijk, en gegrond als volgt,
Zegt voor recht dat de akten opgesteld door notaris S. tot omzetting van het huwelijk in een geregistreerd partnerschap en de akte van beëindiging geregistreerd partnerschap d.d. 21 december 2001, ingeschreven op 18 januari 2002 in de registers van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage, en de akte van omzetting van het huwelijk in een partnerschapsregistratie opgemaakt te 's-Gravenhage op 4 december 2001 door de ambtenaar van de burgerlijke stand in België worden erkend.
Zegt voor recht dat de heer S.T. (...), en mevrouw V.T. (...) vrij zijn van huwelijksbanden, en dat dit als zodanig vermeld zal worden op alle desbetreffende akten en documenten. [...]